Brussel, 14 maart - Tijdens zijn plenaire vergadering van maart 2025 heeft het Europees Comité voor gegevensbescherming (EDPB) een verklaring aangenomen over de uitvoering van de richtlijn persoonsgegevens van passagiers (PNR) in het licht van arrest C-817/19 van het Hof van Justitie van de EU (HvJ-EU)*.
In zijn tweede verklaring over de uitvoering van de PNR-richtlijn, die volgt op die van 15 december 2022, geeft de Raad de passagiersinformatie-eenheden** nadere richtsnoeren over de noodzakelijke aanpassingen en beperkingen van de verwerking van persoonsgegevens van passagiers, naar aanleiding van het PNR-arrest. Persoonsgegevens van passagiers zijn persoonsgegevens die door passagiers worden verstrekt en die door luchtvaartmaatschappijen worden verzameld en bewaard, waaronder de namen van de passagiers, reisdata, routes, stoelen, bagage, contactgegevens en betaalmiddelen.
De verklaring bevat praktische aanbevelingen voor de nationale wetgeving tot omzetting van de PNR-richtlijn om uitvoering te geven aan de bevindingen van het Hof van Justitie van de EU in het PNR-arrest. De aanbevelingen hebben betrekking op enkele van de belangrijkste aspecten van het PNR-arrest, zoals hoe Europese landen de vluchten moeten selecteren waaruit persoonsgegevens van passagiers worden verzameld, of hoe lang persoonsgegevens van passagiers moeten worden bewaard. Volgens het Comité mag de bewaartermijn van alle PNR-gegevens niet langer zijn dan een initiële periode van zes maanden. Na deze periode mogen Europese landen alleen persoonsgegevens van passagiers opslaan zolang dat nodig is en in verhouding staat tot de doelstellingen van de PNR-richtlijn.
EDPB-voorzitter Anu Talus: “Het EDPB erkent het belang van de richtlijn persoonsgegevens van passagiers voor het verbeteren van de veiligheid van passagiers in heel Europa en voor het helpen voorkomen, opsporen en vervolgen van terroristische misdrijven en zware criminaliteit. De doorgifte van persoonsgegevens van passagiers in Europa moet op geharmoniseerde wijze en met volledige inachtneming van de beginselen inzake gegevensbescherming plaatsvinden."
De raad is zich ervan bewust dat sommige Europese landen al met het aanpassingsproces zijn begonnen, maar er is nog steeds een aanzienlijk gebrek aan uitvoeringsinspanningen in alle lidstaten. Daarom wijst het EDPB in zijn verklaring op de dringende noodzaak om de nodige wijzigingen door te voeren en de nationale wetgevingen te wijzigen door zo snel mogelijk rekening te houden met het PNR-arrest.
Opmerking voor redacteuren
* Op 21 juni 2022 heeft het Hof van Justitie van de EU op verzoek van het Belgische Grondwettelijk Hof arrest C-817/19 gewezen over het gebruik van persoonsgegevens van passagiers (PNR-gegevens) voor het voorkomen, opsporen, onderzoeken en vervolgen van terroristische misdrijven en zware criminaliteit, in het kader van de PNR-richtlijn 2016/681. Hoewel het Hof oordeelde dat de geldigheid van de PNR-richtlijn niet werd aangetast, oordeelde het dat, om de naleving van het Handvest van de grondrechten van de EU (het Handvest) te waarborgen, de PNR-richtlijn aldus moet worden uitgelegd dat zij belangrijke beperkingen op de verwerking van persoonsgegevens omvat. Enkele van deze beperkingen zijn de toepassing van het PNR-systeem alleen op terroristische misdrijven en zware criminaliteit, die een objectief verband hebben met het luchtvervoer van passagiers, en de niet-ongedifferentieerde toepassing van de algemene bewaringstermijn van vijf jaar op de persoonsgegevens van alle passagiers.
** De passagiersinformatie-eenheden zijn specifieke entiteiten in Europese landen die verantwoordelijk zijn voor het verzamelen, opslaan en verwerken van persoonsgegevens van passagiers.
Het hier gepubliceerde persbericht is automatisch uit het Engels vertaald. De EDPB garandeert de juistheid van de vertaling niet. Raadpleeg de officiële tekst in de Engelse versie als er enige twijfel bestaat.