De Europese Commissie kan beslissen of een land buiten Europa (of een internationale organisatie) een "adequaat" niveau van gegevensbescherming biedt, wat de gegevensstromen tussen Europa en dit land vergemakkelijkt.
Het EDPB is belast met het uitbrengen van adviezen over de ontwerpen van adequaatheidsbesluiten, vóór het besluit van de Europese Commissie. De adviezen zijn niet bindend voor de Europese Commissie, maar zijn meestal nuttig voor de andere organisaties die in dit kader worden geraadpleegd, zoals de EU-lidstaten.
Voorts is de Europese Commissie bevoegd om toezicht te houden op ontwikkelingen in niet-Europese landen die van invloed kunnen zijn op adequaatheidsbesluiten. Sommige adequaatheidsbesluiten voorzien in een specifieke regelmaat voor de toetsing van het besluit en kunnen verwijzen naar de mogelijkheid voor vertegenwoordigers van het EDPB om deel te nemen aan het door de Europese Commissie georganiseerde toetsingsproces.
Houd er ook rekening mee dat Europese gegevensbeschermingsautoriteiten personen kunnen beschermen met betrekking tot gegevensoverdrachten die plaatsvinden in het kader van een adequaatheidsbesluit (zie een lijst van hen op onze website: https://edpb.europa.eu/about-edpb/board/members_nl).
Als u van mening bent dat een bestaand adequaatheidsbesluit niet in overeenstemming is met uw grondrechten op privacy en gegevensbescherming, kunt u een klacht indienen bij uw gegevensbeschermingsautoriteit, die deze bezwaren kan voorleggen aan een nationale rechter die mogelijk een verzoek om een prejudiciële beslissing moet indienen bij het Hof van Justitie (zie artikel 58, lid 5, AVG en het arrest van het Hof van Justitie Schrems (zaak C-362/14)).
Voor meer informatie, zie: https://commission.europa.eu/law/law-topic/data-protection/international-dimension-data-protection/adequacy-decisions_nl
Versie: 23/06/2025