Brussel, 15 december – Tijdens zijn laatste voltallige vergadering heeft het Europees Comité voor gegevensbescherming (EDPB) zijn bijdrage aan het verslag van de Europese Commissie over de toepassing van de AVG aangenomen. Het EDPB is van mening dat de toepassing van de AVG in de eerste vijf en een half jaar geslaagd is verlopen. Hoewel er belangrijke uitdagingen zijn, acht het EDPB het voorbarig om de AVG op dit moment te herzien en verzoekt het de medewetgevers de nieuwe verordening tot vaststelling van aanvullende procedureregels met betrekking tot de grensoverschrijdende handhaving van de AVG snel goed te keuren. Daarnaast benadrukt het EDPB dat de gegevensbeschermingsautoriteiten en het Comité zelf nood hebben aan voldoende middelen om hun taken te kunnen blijven uitvoeren.
Voorzitter van het EDPB, Anu Talus: “De AVG heeft de gegevensbeschermingsbeginselen in de hele EU versterkt, gemoderniseerd en geharmoniseerd. De EDPB-richtsnoeren hebben een belangrijke rol gespeeld bij het bewustmaken van personen en bedrijven van hun rechten en verantwoordelijkheden op grond van de AVG. Wij zullen de uitvoering van de AVG, met name door kmo’s, blijven ondersteunen en meer in het algemeen de bekendheid met de AVG blijven vergroten. Daarnaast is er vooruitgang geboekt bij de samenwerking tussen de gegevensbeschermingsautoriteiten en de handhaving van de AVG. Meer dan ooit is het EDPB vastbesloten te zorgen voor een doeltreffende en consistente handhaving van de AVG.”
Het EDPB heeft zijn positie geconsolideerd als het EU-orgaan dat belast is met het waarborgen van de consequente toepassing van de AVG, waarbij gebruik wordt gemaakt van alle instrumenten die tot zijn beschikking staan. Het heeft een uitgebreide bibliotheek van richtsnoeren opgebouwd om naleving door verwerkingsverantwoordelijken en verwerkers en consistente handhaving door gegevensbeschermingsautoriteiten te bevorderen. Daarnaast heeft het een kader verschaft voor de praktische toepassing van nalevingsinstrumenten zoals gedragscodes en certificeringsmechanismen, waardoor deze in de hele EU op consistente wijze operationeel zijn geworden. Bovendien heeft het EDPB zijn unieke rol naar behoren gespeeld bij de beslechting van geschillen in grensoverschrijdende zaken, waardoor de consistente toepassing van de AVG is gewaarborgd.
Wat handhaving betreft, is het EDPB ervan overtuigd dat doeltreffende en efficiënte samenwerking tussen gegevensbeschermingsautoriteiten leidt tot een gemeenschappelijke gegevensbeschermingscultuur. De bestaande instrumenten in de AVG hebben het potentieel om dit doel te bereiken, mits zij op voldoende geharmoniseerde wijze worden gebruikt.
Het EDPB en de gegevensbeschermingsautoriteiten zullen zich voort blijven inspannen om de samenwerking op het gebied van handhaving verder te verbeteren en efficiëntere en consistentere resultaten te behalen binnen het huidige wettelijke kader.
Gezien het belang van het stroomlijnen van nationale procedurevoorschriften heeft het EDPB in oktober 2022 een “verlanglijst” bij de Europese Commissie ingediend over procedurele aspecten die op EU-niveau geharmoniseerd zouden kunnen worden. In het gezamenlijk advies van het EDPB en de EDPS van 19 september 2023 over het voorstel voor een verordening tot vaststelling van aanvullende procedurevoorschriften betreffende de handhaving van de AVG, wordt toegejuicht dat het voorstel tot doel heeft een doeltreffende handhaving van de gegevensbeschermingsregels te bevorderen en uitvoering wil geven aan veel van de suggesties op de “EDPB-verlanglijst”. Ook wordt een aantal aanbevelingen gedaan om de grootst mogelijke efficiëntie van deze komende verordening te waarborgen.
Bovendien roept het EDPB de lidstaten op ervoor te zorgen dat alle gegevensbeschermingsautoriteiten over de nodige middelen beschikken om hun taken doeltreffend uit te voeren, aangezien er grote uitdagingen op ons pad liggen. Eerst en vooral stelt het voortdurend evoluerende technologische landschap ons elke dag voor nieuwe uitdagingen op het vlak van gegevensbescherming. Nieuwe wetgeving wordt ook overwogen – of is al ingevoerd – die voorziet in aanvullende regels om voor een veiligere digitale ruimte te zorgen en een gelijk speelveld voor bedrijven in de digitale economie tot stand te brengen, zoals de digitalemarktenverordening, de digitaledienstenverordening, de datagovernanceverordening of het voorstel voor een AI-verordening. Deze nieuwe wetgeving zou de gegevensbeschermingsautoriteiten of het EDPB aanvullende verantwoordelijkheden kunnen opleggen met betrekking tot handhaving en toezicht. Er is echter sprake van een discrepantie tussen deze toenemende werklast en de beschikbare middelen. Daarnaast worden de taken van zowel het EDPB als de gegevensbeschermingsautoriteiten in het kader van de AVG steeds intensiever. Bovendien heeft de toegenomen samenwerking tussen de gegevensbeschermingsautoriteiten op het gebied van handhaving, die op haar beurt leidt tot een grotere betrokkenheid van het EDPB, een groot effect gehad op de werklast. De slaagkans van de uitvoering van deze taken hangt grotendeels af van de middelen die beschikbaar zijn voor de gegevensbeschermingsautoriteiten en het EDPB, onder andere via zijn secretariaat. Het is daarom cruciaal ervoor te zorgen dat het secretariaat van het EDPB over de nodige middelen beschikt, aangezien het een sleutelrol speelt bij de voorbereiding en uitvoering van veel van de aan het EDPB toevertrouwde taken.
Wat internationale doorgifte betreft, onderstreept het EDPB het belang van het verder ontwikkelen van adequaatheidsbesluiten met derde landen en internationale organisaties, en verwacht het van de Commissie dat zij haar werkzaamheden afrondt met betrekking tot de herziening van de adequaatheidsbesluiten die op grond van Richtlijn 95/46/EG zijn vastgesteld.
Daarnaast moedigt het EDPB de Commissie aan de internationale samenwerking te blijven ontwikkelen en benadrukt ze het belang van doeltreffende samenwerking op het gebied van handhaving met derde landen.
Tijdens de voltallige vergadering hield het EDPB ook een algemene discussie over het “pay or OK”-model. Er werd besloten dat er een mandaataanvraag voor richtsnoeren over dit onderwerp zal worden voorbereid.