EDPB-verklaring over nieuw trans-Atlantisch kader voor gegevensbescherming, brief over onafhankelijkheid Belgische toezichthoudende autoriteit, en deelname aan voorjaarsconferentie

7 April 2022

Brussel, 7 april — De EDPB heeft een verklaring aangenomen over de aankondiging van een nieuw trans-Atlantisch kader voor gegevensbescherming. De EDPB is ingenomen met de toezegging van de VS dat er “ongekende” maatregelen zullen worden genomen om de privacy en persoonsgegevens van personen in de Europese Economische Ruimte (EER) te beschermen wanneer hun gegevens aan de VS worden doorgegeven. De EDPB beschouwt dit als een eerste stap in de goede richting.

De EDPB merkt op dat deze aankondiging geen rechtsgrondslag biedt op basis waarvan gegevensexporteurs in de EER gegevens kunnen doorgeven aan de VS. Gegevensexporteurs moeten de nodige maatregelen blijven nemen om te voldoen aan de rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie (HvJ-EU), en in het bijzonder het Schrems II-arrest van 16 juli 2020. De EDPB zal bijzondere aandacht schenken aan de wijze waarop het politieke akkoord wordt omgezet in concrete wetgevingsvoorstellen.

De EDPB zal een grondige beoordeling verrichten van de verbeteringen die het nieuwe kader kan bieden in het licht van het EU-recht, de rechtspraak van het HvJ-EU en eerdere aanbevelingen van de EDPB, zodra de EDPB alle ondersteunende documenten van de Europese Commissie heeft ontvangen. De EDPB zal met name onderzoeken of het verzamelen van persoonsgegevens voor nationale veiligheidsdoeleinden beperkt blijft tot wat strikt noodzakelijk en evenredig is. Daarnaast zal de EDPB beoordelen of het aangekondigde onafhankelijke verhaalmechanisme in overeenstemming is met het recht van personen in de EER op een doeltreffende voorziening in rechte en op een onpartijdig gerecht. Meer in het bijzonder zal de EDPB nagaan of een nieuwe instantie die deel uitmaakt van dit mechanisme, bij de uitoefening van haar opdracht toegang heeft tot de relevante informatie, waaronder persoonsgegevens, en of zo’n instantie besluiten kan nemen die voor de inlichtingendiensten bindend zijn. De EDPB zal ook nagaan of er beroep in rechte kan worden ingesteld tegen besluiten die deze instantie neemt of nalaat te nemen.

De EDPB blijft voornemens een constructieve rol te spelen inzake het beveiligen van trans-Atlantische doorgiften van persoonsgegevens ten behoeve van personen en organisaties in de EER.

De EDPB heeft in een brief zijn bezorgdheid geuit over recente ontwikkelingen in België met betrekking tot de hervorming van de wet tot oprichting van de Belgische toezichthoudende autoriteit, aangezien die negatieve gevolgen kunnen hebben voor de stabiliteit en het onafhankelijke optreden van de Belgische autoriteit.

De EDPB benadrukt dat het onafhankelijk toezicht, dat volgens de EDPB door de voorgestelde hervormingen wordt aangetast, essentieel is voor het grondrecht op gegevensbescherming en daarom ook wordt beschermd door het Handvest en het EU-Verdrag. Onafhankelijk toezicht is ook essentieel voor doeltreffende handhaving in het kader van de AVG en doeltreffende samenwerking tussen toezichthoudende autoriteiten. Voorts maakt de EDPB zich zorgen over de overeenstemming van de voorstellen met de AVG en de strikte rechtspraak van het HvJ-EU. De EDPB wees met name op de onderbreking van het huidige mandaat van de externe leden van de Belgische toezichthoudende autoriteit en de nieuwe gronden voor het ontslag van leden. De EDPB vraagt zich ook af hoe de verschillende voorstellen die tot meer parlementair toezicht leiden, verband houden met de verplichting dat toezichthoudende autoriteiten “vrij [blijven] van […] externe invloed” overeenkomstig artikel 52, lid 2, AVG. Daarnaast stelt de EDPB dat het wetgevingsvoorstel om het gebruik van een gedeeld dienstencentrum verplicht te stellen in strijd kan zijn met de vrijheid van de toezichthoudende autoriteit om eigen en zelfgekozen personeel te hebben (artikel 52, lid 5, AVG), hetgeen kan leiden tot indirecte externe invloed op de stabiliteit en het functioneren van de Belgische toezichthoudende autoriteit.

Tot slot zegde de EDPB toe te zullen verzoeken om de status van waarnemer op de voorjaarsconferentie van Europese gegevensbeschermingsautoriteiten. De voorjaarsconferentie biedt een platform voor dialoog tussen gegevensbeschermingsautoriteiten in heel Europa, met inbegrip van landen buiten de EER. Dit verzoek is onderdeel van de EDPB-strategie 2021-2023 om de banden met de internationale gemeenschap aan te halen en de samenwerking tussen de leden van de EDPB en de gegevensbeschermingsautoriteiten van derde landen te faciliteren.

EDPB-vicevoorzitter Aleid Wolfsen: “Internationale samenwerking is cruciaal voor de handhaving van de gegevensbeschermingsrechten in de EER en daarbuiten. Dit is een nieuwe belangrijke stap voorwaarts die onze samenwerking met de internationale gemeenschap versterkt om de EU-normen inzake gegevensbescherming te bevorderen en voor een doeltreffende bescherming van persoonsgegevens buiten de EU te zorgen.”

 

EDPB_Persbericht_2022_05